Anti-sluik­stort­maat­re­ge­len op privaat terrein

Tips om sluikstort op een privaat terrein te vermijden

Sluit het terrein af

Je kan een terrein op verschillende manieren ontoegankelijk maken.

  • Omheinen is uiteraard het meest effectieve. Open afsluitingen tot een hoogte van 2 meter zijn meestal vrijgesteld van vergunning, maar je kan ook een gesloten omheining plaatsen vb. met panelen.
  • Je kan ook sleuven graven van ongeveer 0,5 m diepte op het terrein aan de straatkant of waar het terrein het meest toegankelijk is: zo maak je het terrein ontoegankelijk en vermijd je dat voertuigen op het terrein kunnen rijden om er sluikstort te dumpen.
  • Je kan het terrein afzetten met (betonnen) jerseys.
  • Opgelet: voor bepaalde werken is een omgevingsvergunning nodig (vaste constructie, reliëfwijziging). Er zijn verschillende bepalingen voor woongebied en industriegebied. Informeer u voor u begint met werken uit te voeren. Nuttige info kan u nalezen op de website van het omgevingsloket Vlaanderen. Voor meer info, neemt u contact op met de Balie Bouwen.

Onderhoud het terrein

Een terrein waar regelmatig iemand aanwezig is, waar het afval wordt opgeruimd en waar duidelijk groenbeheer wordt toegepast, trekt minder afval aan. De 'broken windows theorie' stelt dat wat er verwaarloosd uitziet, nog meer verwaarlozing aantrekt.
Laat het dus niet zover komen dat het terrein een gekende plaats wordt voor sluikstorters.

Neem het terrein in gebruik

Uiteraard zou het beter zijn om het terrein in gebruik te nemen. Dat kan de sociale controle sterk verhogen en de aantrekking voor sluikstorters wegnemen.
Duurt het te lang voor je het terrein kan gebruiken waarvoor het bedoeld is, kan je het terrein een tussentijdse bestemming geven, vb een speelterreintje, buurtgerichte activiteiten, samen tuinieren, … . In een stad zijn er steeds organisaties of burgers die op zoek zijn naar ruimte voor een of andere activiteit, getuige enkel mooie voorbeelden van tijdelijke invullingen in onze stad.

Je neemt hiervoor best contact op met de Dienst beleidsparticipatie en je vraagt naar de wijkregisseur van jouw wijk.