Samenwerking tussen academie en industrie zorgt voor pioniersrol van de Gentse Faculteit Dier­ge­nees­kun­de

Voor Werelddierendag spraken we met mensen die dagelijks innovatieve technologieën inzetten voor betere gezondheidszorg voor mens en dier.

Op woensdag 4 oktober vieren we naar jaarlijkse gewoonte Werelddierendag. Op die dag heb je een gegrond excuus om je hond extra te aaien of om eindelijk dat extra kattenspeeltje te kopen.

Voor ons biedt deze dag de ideale gelegenheid om onze toonaangevende Faculteit Diergeneeskunde in de etalage te zetten. We hebben hier in Gent namelijk een instituut dat al voor het zesde jaar op rij bovenaan de Shanghai Index prijkt. Ze leiden er niet enkel bekwame en maatschappelijk geëngageerde dierenartsen op, ze voeren ook baanbrekend onderzoek uit, wat dan weer leidt tot innovatieve producten en de geboorte van enkele interessante spin-offs.

We vonden het tijd om de dierlijke healthtech in Gent even onder de microscoop te leggen, omwille van het belang voor de diergeneeskunde zelf en omdat hun werk ook een impact heeft op de menselijke gezondheid. De uitdagingen binnen de menselijke gezondheidszorg zijn immers heel nauw gerelateerd aan de uitdagingen binnen de diergeneeskunde. Onderzoekers gaan hier elke dag aan de slag om de levens van zowel mensen als dieren te verbeteren.

De healthtech sector in de Gentse regio is ondertussen geëvolueerd naar een bruisend ecosysteem, mede dankzij de sterke concentratie van diverse expertises. We zien hier veel kruisbestuiving, een zeer bevorderlijke atmosfeer voor innovatie. Om die dynamiek weer te geven, nodigden we Sven Arnouts (Universiteit Gent en Provaxs), Nele Caekebeke (Biocheck.Gent), Sebastiaan Theuns (PathoSense) en Dieter Vancraeynest (Zoetis) uit.

Terug in de tijd

Om de huidige ontwikkelingen in kaart te brengen, moeten we even terugkeren naar zo’n 5 jaar geleden. Provaxs was al een tijdje actief, maar richtte zich vooral op vaccinontwikkeling om infectieziekten te voorkomen bij mens en dier. Rond 2018 hadden enkele grote farmaceutische spelers, zoals Janssen en Pfizer, hun veterinaire tak verkocht of verzelfstandigd. Daardoor werden deze nieuwe bedrijven losgekoppeld van onderzoek dat voordien binnen het moederbedrijf gebeurde. Daardoor moesten ze meer en meer vertrouwen op externe expertise.

“Dat was een echte opportuniteit voor ons, want op dat moment zijn wij het ‘Cross Health Platform’ gestart,” zegt Sven. “We zagen dat diergeneeskunde en menselijke geneeskunde binnen de universiteit sterk naast elkaar leefden. In die mate zelfs dat mensen bij de indiening van patenten geen rekening hielden met het feit dat een bepaald product zowel voor mensen als dieren kan dienen. En dankzij dit platform konden we de link maken.”

  • Onze academici hebben connecties met de industrie en weten wat er speelt in de praktijk. Wat ze daar leren, nemen ze ook mee naar het leslokaal en dat is een grote toegevoegde waarde voor hun studenten.

    Sven Arnouts

Aan de top van de Shanghai Index

Voor die deskundigheid kwamen bedrijven dus aankloppen bij de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent, die nu al voor het zesde jaar op rij aan de top staat in de Shanghai Index. “Dat hebben we aan een aantal factoren te danken,” zegt Sven. “Eerst en vooral geldt het vooroordeel van professoren in ivoren torens niet bij ons. Onze academici hebben connecties met de industrie en weten wat er speelt in de praktijk. Wat ze daar leren, nemen ze ook mee naar het leslokaal en dat is een grote toegevoegde waarde voor hun studenten.”

“Daarnaast is ons ‘Industrieel Onderzoeksfonds’ (IOF) een echte zegen. Dit werd al opgericht in 2006 en liet ons toe om een business development center te starten dat gericht is op innovatie in diergeneeskunde. Hierdoor kunnen we technologieën naar een hoger niveau brengen, wat het makkelijker maakt om de kloof naar de bedrijfswereld – waarvoor het product ontworpen is - te overbruggen. Dit centrum is trouwens vrij uniek, niet veel andere landen hebben dit.”

“Het is trouwens de enige veterinaire faculteit in het Vlaamse deel van het land waar je je studies kan afronden,” treedt Dieter bij. “Dat heeft zeker geholpen in fondsenwerving voor de bouw van de faculteit, met die zware investeringen in de state-of-the-art infrastructuur. Het feit dat ze zich hier echt kunnen richten op die toegepaste wetenschap, biedt hen een groot voordeel.”

“Inderdaad,” zegt Sven. “Het is niet makkelijk om die toppositie op die ranking te behouden , maar we zien grote voordelen in onze samenwerkingen met de industrie. Het zorgt voor een andere mentaliteit. Onze onderzoekers kunnen vanaf dag één mogelijke toepassingen in de industrie overwegen.”

  • Op ons platform kan je infec­tie­ziek­ten makkelijk detecteren, in plaats van dat de dierenarts specifieke, aparte testen moet doen om zaken uit te sluiten. Dankzij onze methode krijg je een volledig overzicht van alle virale en bacteriële ziek­te­ver­wek­kers in een monster.

    Sebastiaan Theuns

Baanbrekend onderzoek leidt tot nieuwe bedrijven

Ondernemerschap wordt actief ondersteund, binnen deze faculteit. Daar zijn Nele en Sebastiaan het levende bewijs van. “We bevinden ons in een zeer stimulerende omgeving,” zegt Sebastiaan. “Die ondersteuning van het Industrieel Onderzoeksfonds, bijvoorbeeld, is onbetaalbaar. Het biedt je een makkelijke manier om iets nieuws te ontwikkelen, zonder dat je op zoek moet gaan naar nieuwe investeringen van buitenaf. De drempel wordt lager gemaakt.” De tijden zijn veranderd, beaamt Sven. “Toen ik student was, was dat ondenkbaar. Nu is de faculteit een echte, gezonde voedingsbodem. Een incubator en accelerator in één.”

“Op een bepaald moment in mijn doctoraat werd duidelijk dat ik meer geïntrigeerd was door toegepast wetenschappelijk onderzoek,” geeft Sebastiaan toe. “In 2017 kwam ik als postdoc met een nieuw soort ‘DNA sequencing’ technologie in aanraking., namelijk ‘Oxford Nanopore Technologies. Deze laat toe om op een eenvoudige en betaalbare wijze genetisch materiaal te analyseren. Het platform was toen nog in volle ontwikkeling, maar we grepen de kans om daar verder rond te bouwen. In 2020 hebben we dan uiteindelijk PathoSense opgericht. Op ons platform kan je infectieziekten makkelijk detecteren, in plaats van dat de dierenarts specifieke, aparte testen moet doen om zaken uit te sluiten. Dankzij onze methode krijg je een volledig overzicht van alle virale en bacteriële ziekteverwekkers in een monster. Ondertussen hebben we ook een cloudplatform waar we partnerlaboratoria mee kunnen verbinden en om als bedrijf internationaal te kunnen opschalen. Daarbij zal ook AI steeds belangrijker worden, voor interpretatie.”

Voor Nele groeide het idee vanuit haar doctoraat. “Tijdens mijn doctoraat richtte ik me veel op bioveiligheidsmaatregelen. Dat zijn maatregelen die proberen te voorkomen dat dieren ziek worden en bijgevolg medicijnen nodig hebben. Dit laatste proberen we te vermijden omdat ziekteverwekkers resistent kunnen worden tegen therapieën en dit kan voor grote problemen zorgen in zowel de diergeneeskunde als de humane geneeskunde. En terwijl ik onderzoek deed, zag ik stijgende interesse en noodzaak vanuit de diergezondheidssector om zich meer te richten op preventieve maatregelen. In november 2021 hebben we dan Biocheck.Gent opgericht. De kern van het bedrijf is een scoringssysteem. We meten namelijk het niveau van bioveiligheid op de veebedrijven en kunnen zo een inschatting maken van het risico op ziekte insleep en verspreiding op het bedrijf. We bieden ook veel advies aan mensen van in de dierengezondheidszorg en trainingen over hoe ze de maatregelen kunnen implementeren.”

  • We meten het niveau van bioveiligheid op de veebedrijven en kunnen zo een inschatting maken van het risico op ziekte insleep en verspreiding op het bedrijf.

    Nele Caekebeke

Onze onderzoekers of studenten aan de faculteit hebben zeer veel technische kennis over wat ze aan het doen zijn of willen doen. “Maar het is alles wat komt kijken bij het opstarten van een bedrijf dat moeilijk is,” zegt Nele. “Je hebt hulp nodig bij de financiële aspecten, je businessplan, enzovoort. Het is veel, wanneer je start. Vanuit de faculteit staan ze echt aan je zijde om je in contact te brengen met de juiste mensen. Op die manier kan je ook ruim van tevoren controleren of je spin-off bedrijf haalbaar zou zijn.”

“En we worden hier ondersteund door het hele ecosysteem,” vult Sebastiaan aan. “PathoSense heeft al veel baat gehad bij de steun van VLAIO en de accelerator Start-it@KBC. Onze mentor is ook uit het Gentse! Je moet snel schakelen van het academische denken naar ondernemerschap en dan is het goed om daarmee geconfronteerd te worden door mensen met ervaring in het ondernemen of de bedrijfswereld.”

“Maar ook op vlak van de wetenschap kent iedereen hier iedereen,” voegt Sven nog toe. “We hebben namelijk verregaande connecties omdat we ook samenwerken met instituten die niet per se een afdeling hebben die zich richt op diergezondheid. Neem bijvoorbeeld VIB. Wij kunnen hun technologieën toepassen en omgekeerd zijn zij vaak op zoek naar goede diermodellen in diersoorten, zoals het varken. Omdat deze beter voorspellend zijn voor succes in menselijke gezondheid, veel meer dan de muizen en ratten die zij gebruiken.”

  • We hebben verregaande connecties omdat we ook samenwerken met instituten die niet per se een afdeling hebben die zich richt op diergezondheid.

    Sven Arnouts

Talent binnen handbereik

Niet elke (doctoraat)student(e) start natuurlijk een bedrijf op. Sommigen gaan ook aan de slag bij toonaangevende tech-bedrijven. Bij Zoetis, bijvoorbeeld, ’s werelds grootste bedrijf gericht op dierlijke gezondheid. “Wereldwijd werken er nu zo’n 14.000 mensen voor Zoetis,” zegt Dieter. “1400 daarvan werken in de R&D-afdeling. Er werken zelfs zo’n 15 alumni van Universiteit Gent bij ons. Ikzelf werk binnen het team Externe Innovatie. Wij werken geregeld samen met instituten, academici en start-ups. Dus in die zin hebben we ook een zeer nauwe samenwerking met de Universiteit Gent. Je merkt gewoon dat die mensen de expertise in de vingers hebben.”

“Innovatie is voor ons, als bedrijf, zéér belangrijk. Niet alleen op vlak van producten, maar zeker ook op vlak van dienstverlening. We kijken steeds naar de onvervulde behoeften van onze klanten. Wat hebben ze nodig en hoe brengen we dat in evenwicht met de vereisten van de autoriteiten, technische haalbaarheid en onze productiecapaciteit. Want dat is onze ultieme uitdaging: hoe zorgen we ervoor dat we een levensvatbaar product hebben. Daarom investeren we dan ook ontzettend veel in R&D, om voorop te blijven. Verder is er ook een strijd om talent en het feit dat we al die talenten van de Universiteit Gent dichtbij hebben, is zeker een groot pluspunt.”

“Zoetis is ook een waardevolle partner voor andere animal healthtech bedrijven, zoals start-ups. Maar vaak komen start-ups naar ons toe en zeggen ze dat ze alles hebben. Echt, alles. Het ‘enige’ wat ze nog moeten doen, is opschalen. Maar dat is natuurlijk slechts het begin van je reis. Er kan dan nog zoveel mis gaan. Wij kunnen samen met deze bedrijven kijken hoe ze kunnen opschalen van nanogrammen naar kilogrammen, of van tientallen naar miljoenen dosissen. Op die manier zijn ze volledig klaar om samen naar die (inter)nationale markt te stappen.”

  • Wij werken geregeld samen met instituten, academici en start-ups. Dus in die zin hebben we ook een zeer nauwe samenwerking met de Universiteit Gent.

    Dieter Vancraeynest

Wat de toekomst brengt

Alle ogen zijn natuurlijk ook op de toekomst gericht. Voor Sven betekent dit drukke maanden om de planning van de DIAH-conferentie rond te krijgen. “Die is volledig gericht op technologietransfer en academici informeren over hoe de industrie er echt uitziet. Door hen kennis te laten maken met ontwikkelingsprocessen binnen bedrijven tonen we hen op welk niveau hun ‘proof of concept’ moet zijn. Dit zal een echte wereldpremière zijn, hier in Gent.”

De pas geboren, maar al uit de kluiten gewassen bedrijven denken vooral aan opschalen. “Op 1 mei is PathoSense een partnerschap aangegaan met ‘Dierengezondheidszorg Vlaanderen’, het grootste diagnostische laboratorium in België,” zegt Sebastiaan. “In de komende maanden zullen we  uitbreiden naar andere landen binnen Europa. Want wij worden natuurlijk geconfronteerd met een logistiek probleem: je kan je stalen niet van over de hele wereld naar België sturen. Je hebt die samenwerkingen met lokale laboratoria nodig. Zij kunnen de analyse doen en de bevindingen via de cloud naar ons doorsturen. We willen bovendien ook nog verder inzetten op onze dienstverlening aan onder andere farmaceutische bedrijven, voor een diepgaande analyse, en betrokkenheid bij klinische onderzoeken, zoals de microbioomanalyse.”

Nele, CEO van de jongste spin-off van de faculteit, denkt ook al volop aan uitbreiding. “We willen het bewustzijn vergroten en ervoor zorgen dat de boeren dezelfde maatregelen nemen die wij als mensen toepasten tijdens COVID. Ons scoringssysteem wordt al in veel landen toegepast en opgelegd door overheden. Zo wordt dit in België, Finland, Ierland en Italië al gebruikt. Maar we willen natuurlijk nog verder uitbreiden. Bovendien hebben we geleerd dat ons scoresysteem voor andere regio’s in de wereld bijgesteld moet worden. Die regio’s zijn zeer risicovol omdat mensen daar vaker intens samenleven met hun dieren, op kleinere schaal produceren en minder regelgeving hebben.”

Zoetis wil vooral doelstellingen behalen die gericht zijn op die globale markt. “Wel, wij moeten ons voorbereiden om in 2050 10 miljard mensen te kunnen voeden. Met een groeiende middenklasse zie je stijgende uitgaven en een stijgende consumptie van dierlijke eiwitten. Dat is een grote uitdaging, waar wij ook onze rol in willen spelen. We willen de veehouderij efficiënter, duurzamer en diervriendelijker maken in termen van welzijn. En verder wordt de rol van gezelschapsdieren natuurlijk steeds groter: honden en katten hebben op vandaag echt hun plaats binnen het gezin opgeëist, wat zorgt voor een grotere vraag naar kwalitatieve geneeskunde.”