Gents MedTech bedrijf FEops laat harten wereldwijd sneller slaan

Dankzij hun innovatieve technologie kunnen artsen complexe hartingrepen uitvoeren via minimaal invasieve technieken.

Stel: je hebt een hartklep die niet optimaal werkt. Dan zal je hartspecialist je aanraden om een openhartoperatie te ondergaan of zal hij/zij in een katheter-lab een implantaat plaatsen. Er zullen CT-scans gemaakt worden en de arts zal, op basis van ervaring, een inschatting maken van welk implantaat nu juist de beste oplossing zou kunnen bieden. Maar de kans op succes is hierbij nooit 100%. Het blijft een inschatting en er is nog steeds een kans dat het implantaat niet volledig goed zit.

Daarop heeft FEops een oplossing gevonden. Hun technologie laat artsen toe om die CT-beelden om te zetten naar een zogenaamde ‘digital twin’. Daarbij creëren ze een virtuele kopie binnen hun platform, dat trouwens ook gebruik maakt van AI, zodat de arts een betere inschatting kan maken van welk implantaat nu juist het beste resultaat zou geven. Dat ze goed bezig zijn, bewijst de prijs van Scale-up van het jaar 2022.

Dit MedTech bedrijf past perfect binnen het Gentse healthtech-ecosysteem. We koesteren namelijk de boude ambitie om de Technologiehoofdstad van Europa te worden en daarbij zetten we ook in op de medische mirakels van morgen. We spraken met de geestelijke vaders van FEops, Peter Mortier en Matthieu De Beule.

Dag heren, eerst en vooral nogmaals proficiat met jullie overwinning bij Scale-up van het jaar 2022. Wat doet dat met een mens?

Matthieu: Dank je! Die bekroning was vooral mooi voor ons team. Ik heb daar heel brede glimlachen gezien op de gezichten van onze mensen. Wij hadden nooit gedacht dat we zouden winnen en om daar dan die erkenning te krijgen, dat deed deugd. Dan voel je dat je iets aan het bouwen bent dat uniek is.

Maar hoe kwam dat unieke idee eigenlijk tot stand?

Matthieu: Wel, ik vrees dat ik wat de aanzet gegeven heb. Ik heb bouwkunde gestudeerd en daarna ben ik onderzoek beginnen te doen aan de Universiteit Gent. Dat ging over het gebruik van computersimulaties voor medische implantaten, toen nog een onontgonnen veld. Daar ben ik Peter tegen het lijf gelopen, als student. Ik had het geluk dat ik enkele briljante studenten kon uitkiezen om me te helpen bij mijn onderzoek en Peter was daar één van.

Tijdens ons onderzoek merkten we op dat er een zeer grote interesse was in onze kennis over computermodellen en in de ontwikkeling van implantaten op een kostefficiënte manier. In 2009 hebben we dan beslist om een spin-off op te richten. In het begin gaven we enkel advies aan andere bedrijven, maar Peter zag een extra opportuniteit in de creatie van een ‘digital twin’ op basis van de medische beeldvorming bij patiënten. Die digitale voorstelling van hoe een implantaat zich gaat gedragen in het lichaam van een patiënt biedt een grote meerwaarde.

  • Die bekroning was vooral mooi voor ons team. Ik heb daar heel brede glimlachen gezien op de gezichten van onze mensen. Wij hadden nooit gedacht dat we zouden winnen!

    Matthieu De Beule, Mede-oprichter

Matthieu: Op een bepaald moment kom je op een kruispunt met je onderneming: ga je geld ophalen en het product verder optimaliseren voor certificering of blijf je op het huidige niveau? Wij hebben in 2014 beslist om kapitaal aan te trekken, wat we gevonden hebben bij PMV en Capricorn, twee durfkapitaalfondsen. In 2017 stelden onze investeerders voor om er een partner bij te halen met meer kennis van het cardiovasculaire domein.

Dan zijn we met onze rugzak tot in Silicon Valley gereisd en hebben we met minstens 50 investeerders gesproken die vooral heel vaak ‘neen’. Wat wij doen valt namelijk tussen het domein van implantaten en beeldvorming en daar was in 2017 nog niet veel rond te doen. Dus men geloofde daar nog niet sterk in. Maar de aanhouder wint en uiteindelijk hebben we de juiste partner gevonden in Londen. Daar heeft Jan Pensaert een durfkapitaalfonds genaamd Valiance. Dat is ook een Gentenaar, trouwens! Dankzij hun steun hebben we dan mensen met de juiste expertise kunnen aanwerven en zijn we van 15 naar 40 medewerkers gegaan.

 

Nu, de gezondheidszorg is een zeer interessante sector, maar zeker geen evidente. Je moet, bij wijze van spreken, door veel hoepels springen voordat je verder kan. Hoe hebben jullie dat proces al ervaren?

Peter: Inderdaad, je bent ettelijke jaren bezig voordat je op de markt kan en mag komen en vooraleer je de klinische meerwaarde zwart-op-wit kan aantonen. We hebben best wel wat geduld nodig gehad. Maar als je je laat ondersteunen door de juiste mensen en je gaat door, dan kan je daar op een bepaald moment echt de vruchten van plukken. Als we dan even kijken naar wat we allemaal verwezenlijkt hebben, mogen we best trots zijn. Na 3 jaar hebben we bijvoorbeeld toelating gekregen op de Amerikaanse markt. Sinds maart 2022 hebben we de volledige goedkeuring van FDA. En in Europa vallen onze producten onder de nieuwe MDR-regelgeving, als één van de eersten.

Matthieu: Dat lange proces lag ook een stuk aan onszelf, voor alle duidelijkheid. Je kan ervoor kiezen om een minder innovatief product te lanceren en aantonen dat het gelijkaardig is aan een bestaand product. Dan krijg je sneller toelating. Maar wij hadden daar geen zin in. Wij wilden de lat voor de competitie van in het begin zeer hoog leggen.

  • We hebben best wel wat geduld nodig gehad. Maar als je je laat ondersteunen door de juiste mensen en je gaat door, dan kan je daar op een bepaald moment echt de vruchten van plukken. Als we dan even kijken naar wat we allemaal verwezenlijkt hebben, mogen we best trots zijn.

    Peter Mortier, Mede-oprichter, afbeelding ©EY

Hoe innovatief is jullie proces eigenlijk?

Peter: Wij construeren op basis van CT-scans een anatomisch 3D-model op de computer. We gebruiken hiervoor computersimulaties die ook in de bouwkunde gebruikt worden, trouwens. Dus in plaats van te vertrouwen op een meting op basis van een scan, wat slechts een fractie van het probleem toont, kan je de ingreep voor een groot deel op voorhand virtueel uitvoeren.

Matthieu: Artsen hebben vandaag gemiddeld 1,2 à 1,4 implantaten nodig per patiënt. Dat wil zeggen dat de kans bestaat dat het implantaat niet goed past en dat de patiënt een tweede implantaat nodig heeft. Dat verhoogt natuurlijk ook de kans op complicaties! Wij lieten eind vorig jaar een klinische studie uitvoeren op 200 patiënten en daaruit bleek dat artsen dankzij onze manier slechts 1,03 implantaten nodig hebben per patiënt. Straffer dan dat wordt het bijna niet! 

Peter: Die studie heeft echt het verschil gemaakt. Artsen waren niet altijd overtuigd van de meerwaarde van de inzichten van enkele bouwkundigen in Gent. Maar nu hebben we het bewijs.

  • Wij lieten eind vorig jaar een klinische studie uitvoeren op 200 patiënten en daaruit bleek dat artsen dankzij onze manier slechts 1,03 implantaten nodig hebben per patiënt. Straffer dan dat wordt het bijna niet!

    Matthieu De Beule, Mede-oprichter

Hoe zet je die stap naar een klinische studie? Want dat vergt natuurlijk opnieuw tijd en middelen.

Peter: Samen met een aantal top-artsen hebben we een protocol uitgedacht. De aanpak was ‘investigator driven’, wat de kostprijs een heel stuk naar beneden haalde omdat de arts het initiatief nam. Dat betekende echter ook dat wij zelf buitenstaander waren en we tot op het moment van de onthulling van de resultaten geen flauw benul hadden van hoe we het er vanaf gebracht hadden. We waren aangenaam verrast toen we over de hele lijn zo’n serieuze verbetering zagen!

Matthieu, je gaf daarnet al aan dat je naar het buitenland getrokken bent om investeerders aan te trekken. Hoe zet je die stap naar het buitenland?

Matthieu: We zijn vertrokken vanuit het netwerk van onze huidige investeerders en we gingen ook naar buitenlandse events waarvan we wisten dat daar interessant volk zou rondlopen. En het zijn die fysieke contacten die een grote meerwaarde zijn, want dankzij jouw verhaal kan je veel mensen overtuigen.

Nu, eens je een investeerder overtuigd hebt, moet er natuurlijk ook een klik zijn. Iedereen heeft een verschillende stijl en uiteindelijk moeten we wel een aantal jaren samenwerken, zeker in onze sector. Als je een onderneming uitbouwt duren sommige zaken soms langer dan je zou willen en je hebt mensen nodig die daar kunnen door kijken. Daarnaast moet hun kennis een meerwaarde zijn. Ze moeten over karakteristieken beschikken die je binnen jouw team nog niet hebt.

  • Als je een onderneming uitbouwt duren sommige zaken soms langer dan je zou willen en je hebt mensen nodig die daar kunnen door kijken. Daarnaast moet hun kennis een meerwaarde zijn.

    Matthieu De Beule, Mede-oprichter

Je zegt dat die fondsen er vooral voor gezorgd hebben dat jullie de juiste mensen met de juiste kennis konden aanwerven. Hoe makkelijk of moeilijk is het om die te vinden als Gentse onderneming?

Matthieu: Dat gaat eigenlijk redelijk vlot. Ik denk dat dat te danken is aan een aantal factoren. Ten eerste hebben we een stabiele instroom van studenten dankzij onze Universiteit. Ik heb destijds de beste studenten kunnen uitkiezen en dat resulteerde in ons kernteam van 15 medewerkers. Ik heb die letterlijk uit een labo geplukt en ik schrik nog elke dag van hun capaciteiten. Ten tweede werken we binnen een interessante sector, waar mensen elke dag de meerwaarde van hun bijdrage zien. We rekruteren ook heel internationaal. En er zijn best veel mensen die voor deze job speciaal naar Gent willen verhuizen.

Peter: Absoluut! Jonge, internationale mensen wonen hier heel graag. Er is hier ondertussen een hele hechte gemeenschap gegroeid.

 

  • Jonge, internationale mensen wonen hier heel graag. Er is hier ondertussen een hele hechte gemeenschap gegroeid.

    Peter Mortier, Mede-oprichter

Wat brengt de toekomst voor jullie? Hoe willen jullie je product nu verder commercialiseren?

Matthieu: Op dit moment werken we samen met de fabrikant van de implantaten. Zij zijn op dit moment de betalende klant. Een implantaat kost tussen de 10.000 en 30.000 dollar, wat dus best nog stevig is. Het voordeel is dat we vanuit Gent met een klein aantal fabrikanten kunnen samenwerken en toch een hele grote markt kunnen bedienen. Wij leiden iemand op bij de fabrikant en zij leggen dit dan verder uit aan de arts in het katheter-lab.

Peter: Als dienstverlener hebben wij wel een heel groot voordeel. Alles is namelijk terug te vinden op onze cloud. Onze concurrenten gebruiken nog software die fysiek geïnstalleerd moet worden op de computers. Ook elke update moet dus fysiek uitgevoerd worden, ziekenhuis per ziekenhuis. Voor onze technologie hebben onze klanten enkel een webbrowser nodig. Op die manier kunnen een expert en een arts op hetzelfde moment naar hetzelfde ziektebeeld kijken vanop een andere locatie. Als wij een update doorvoeren, zitten bedrijf A in Australië en bedrijf B in Boston binnen het kwartier op dezelfde versie. Dat is ook één van de redenen waarom we dit allemaal vanuit Gent kunnen blijven doen.

Tot slot, mag ik uit ons gesprek afleiden dat Gent jullie uitvalsbasis blijft?

Matthieu: Absoluut!

Peter: Als je kijkt naar de groei de afgelopen jaren, op vlak van digital tech binnen het Gentse, dat is immens. Die bedrijven versterken zichzelf en elkaar. Dat maakt rekruteren wel wat moeilijker (lacht). Maar het is en blijft een bijzonder inspirerende omgeving om te ondernemen.